Vertaling van Belgique

Inhoud:

Frans
Nederlands
Belgique [v] {zn.}
België [o]
Elle a étudié en Belgique.
Zij studeerde in België.
Quelles langues parle-t-on en Belgique ?
Welke talen spreekt men in België?


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Elle a étudié en Belgique.

Zij studeerde in België.

Quelles langues parle-t-on en Belgique ?

Welke talen spreekt men in België?

Connaissez-vous la capitale de la Belgique ?

Ken je de hoofdstad van België?

La Belgique n'est pas aussi grande que la France.

België is niet zo groot als Frankrijk.

La Belgique n'est pas aussi grande que la France.

België is niet zo groot als Frankrijk.


Gerelateerd aan Belgique