Vertaling van abaissement

Inhoud:

Frans

Nederlands

abaissement [m] (l' ~), abâtardissement [m] (l' ~) {zn.}

ontaarding [v]
verwording [v]
degeneratie [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

daling
afname [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

verootmoediging [v]
vernedering [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

daling [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

tegenspoed
verval
rampspoed

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

verlaging [v]
degradatie [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

verval

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

verlaging [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

kleinering [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

daling [v]
verzakking [v]
val

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

verlaging [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

achteruitgang [m]
verflauwing [v]
vermindering [v]

abaissement [m] (l' ~) {zn.}

kleinering [v]

désastre [m] (le ~), abaissement [m] (l' ~) {zn.}

ondergang
verval
debâcle

réduction [v] (la ~), abaissement [m] (l' ~) {zn.}

vermindering [v]
besnoeiing [v]