Vertaling van appartement

Inhoud:

Frans
Nederlands
appartement [m] (l' ~) {zn.}
appartement [o]
flat [m]
J'habite dans un appartement.
Ik woon in een appartement.
Mon appartement est proche d'ici.
Mijn appartement is in de buurt.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'habite dans un appartement.

Ik woon in een appartement.

Mon appartement est proche d'ici.

Mijn appartement is in de buurt.

Il vit dans un appartement.

Hij woont in een woning.

Trouver un appartement peut s'avérer difficile.

Het kan moeilijk zijn om een appartement te vinden.

Il vit tout seul dans son appartement.

Hij woont alleen in zijn flat.

Mon appartement se situe au quatrième étage.

Mijn woning is op de vierde verdieping.