Vertaling van apporter

Inhoud:

Frans
Nederlands
apporter, emporter, prendre avec soi {ww.}
meenemen
medebrengen
medenemen
meebrengen
bijeenbrengen 
Que dois-je emporter ?
Wat moet ik meenemen?
amener, apporter {ww.}
aanbrengen 
bezorgen 
brengen 
aandragen 


Gerelateerd aan apporter

emporter - prendre avec soi - amener