Vertaling van arme

Inhoud:

Frans
Nederlands
arme [v] (l' ~) {zn.}
wapen 
armer {ww.}
bewapenen 
wapenen

j'arme
il/elle arme

ik bewapen
hij/zij/het bewapent
» meer vervoegingen van bewapenen



Gerelateerd aan arme

armer