Vertaling van aujourd'hui

Inhoud:

Frans
Nederlands
aujourd'hui {bw.}
heden
vandaag 


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Il fait chaud aujourd'hui.

Het is heet vandaag.

Aujourd'hui, j'ai bon appétit.

Vandaag heb ik een goede eetlust.

Malheureusement, il pleut aujourd'hui.

Helaas regent het vandaag.

Aujourd'hui c'est mon anniversaire.

Vandaag ben ik jarig.

Il fait frais aujourd'hui.

Het is fris vandaag.

Il fait beau aujourd'hui.

Het is mooi weer vandaag.

Aujourd'hui, on est lundi.

Vandaag is het maandag.

Aujourd'hui nous sommes lundi.

Vandaag is het maandag.

Comment allez-vous aujourd'hui ?

Hoe voelt ge u vandaag?

Comment vas-tu aujourd'hui ?

Hoe gaat het vandaag met je?

Aujourd'hui, nous allons danser.

Vandaag gaan we gaan dansen.

Il fait froid aujourd'hui.

Vandaag is het koud.

J'ai beaucoup travaillé aujourd'hui.

Ik heb vandaag veel gewerkt.

Ça suffit pour aujourd'hui.

Dat is genoeg voor vandaag.

Te sens-tu mieux aujourd'hui ?

Voelt ge u beter vandaag?