Vertaling van avance

Inhoud:

Frans
Nederlands
avance [v] (l' ~) {zn.}
voorsprong 
avancer {ww.}
promotie maken
oprukken
in rang opklimmen
overgaan
avanceren

j'avance
il/elle avance

ik ruk op
hij/zij/het rukt op
» meer vervoegingen van oprukken

avancer {ww.}
voorwaarts gaan
avancer, précéder {ww.}
voor zijn
voorafgaan

j'avance
il/elle avance

ik ga vooraf
hij/zij/het gaat vooraf
» meer vervoegingen van voorafgaan

avancer {ww.}
voorlopen
voorgaan

j'avance
il/elle avance

ik loop voor
hij/zij/het loopt voor
» meer vervoegingen van voorlopen

avancer, progresser {ww.}
vorderen
vooruitgaan
veld winnen
vlotten
opschieten 

j'avance
il/elle avance

ik vorder
hij/zij/het vordert
» meer vervoegingen van vorderen



Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

En vous remerciant par avance.

Bij voorbaat dank.

Règle la pendule. Elle avance de dix minutes.

Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.


Gerelateerd aan avance

avancer - précéder - progresser