Vertaling van bain

Inhoud:

Frans
Nederlands
bain [v] (la ~) {zn.}
bad  [o]
Je prends un bain la plupart du temps chaque jour.
Ik neem bijna elke dag een bad.
Un bain chaud et ensuite, au lit.
Tijd voor een heet bad, en dan is het bedtijd.
baignoire [v] (la ~), bain [m] (le ~) {zn.}
bad  [o]
badkuip  [v]
Le bain n'était pas assez chaud et je n'ai pas pu l'apprécier.
Het bad was niet warm genoeg dus kon ik er niet van genieten.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Où est la salle de bain ?

Waar is het toilet?

Un bain chaud et ensuite, au lit.

Tijd voor een heet bad, en dan is het bedtijd.

Avec douche / avec bain

Met douche/ Met badkamer

Il y a un cafard dans la salle de bain.

Er zit een kakkerlak in de badkamer.

Je dois nettoyer la salle de bain tout à l'heure.

Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.

Je prends un bain la plupart du temps chaque jour.

Ik neem bijna elke dag een bad.

Le bain n'était pas assez chaud et je n'ai pas pu l'apprécier.

Het bad was niet warm genoeg dus kon ik er niet van genieten.

Il y a 3 chambres, une cuisine, une salle à manger, un salon et une salle de bain.

Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.


Gerelateerd aan bain

baignoire