Vertaling van bande

Inhoud:

Frans

Nederlands

bande [v] (la ~) {zn.}

troep
bende [v]

bande [v] (la ~), bandeau [m] (le ~) {zn.}

windsel
strook
reep
strip
band [m]

bande [v] (la ~), raie [v] (la ~), rayure [v] (la ~) {zn.}

wapenbalk
strook
reep
streep
band [m]

collection [v] (la ~), ensemble [m] (l' ~), troupe [v] (la ~), bande [v] (la ~) {zn.}

zwerm
vlucht
stel
troep
school
set
schare
kudde
hoop
groep
drift [v]

panser, bander {ww.}

omzwachtelen
zwachtelen
inzwachtelen
verbinden

je bande
il/elle bande

ik omzwachtel
hij/zij/het omzwachtelt
» meer vervoegingen van omzwachtelen

bander, raidir, remonter, serrer, tendre {ww.}

uitrekken
strekken
opwinden
spannen
nauwer aanhalen

je bande
il/elle bande

ik rek uit
hij/zij/het rekt uit
» meer vervoegingen van uitrekken