Vertaling van blague

Inhoud:

Frans
Nederlands
blague [v] (la ~) {zn.}
geintje [o]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'ai ri à sa blague.

Ik lachte om zijn mop.

Je blague

Ik maak maar een grapje

Je ne comprenais pas sa blague.

Ik begreep zijn grap niet.

Il n'a pas compris la blague.

Hij kon de grap er niet van inzien.