Vertaling van bonhomme
Inhoud:
Frans
Nederlands
homme, type, bonhomme, mec, gars
pief
vent
baas
gast
manspersoon
man
jongen
heer
kerel
vent
baas
gast
manspersoon
man
jongen
heer
kerel
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Qui a fait le bonhomme de neige ?
Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?
S'il neige demain, je ferai un bonhomme de neige.
Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwpop.