Vertaling van commerce

Inhoud:

Frans
Nederlands
commerce [m] (le ~) {zn.}
zaak 
transactie
negotie
handel 
nering [v]
koopmanschap [o]
commerce, affaires {zn.}
zaken
Les affaires sont les affaires.
Zaken zijn zaken.
Les affaires sont les affaires !
Zaken zijn zaken.


Gerelateerd aan commerce

affaires