Vertaling van concourir

Inhoud:

Frans
Nederlands
concourir, rivaliser {ww.}
meedingen
wedijveren
concurreren
concourir, être sur les rangs {ww.}
wedijveren
aan een wedstrijd deelnemen
contribuer, concourir, coopérer {ww.}
meewerken


Gerelateerd aan concourir

rivaliser - être sur les rangs - contribuer - coopérer