Vertaling van confiance
Voorbeelden in zinsverband
Ne lui faites pas confiance.
Vertrouw hem niet.
J'ai perdu ma confiance en lui.
Ik ben mijn vertrouwen in hem verloren.
Il ne fait plus confiance au médecin.
Hij vertrouwt de dokter niet meer.
Vous pouvez lui faire confiance pour tenir sa parole.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Honnêtement je ne peux pas lui faire confiance.
Eerlijk, ik kan hem niet vertrouwen.
Vous n'avez rien à faire sauf vous faire confiance.
Het enige wat jullie kunnen doen, is elkaar vertrouwen.
La logique est une méthode systématique pour arriver à la mauvaise conclusion en toute confiance.
Logica is een systematische methode om betrouwbaar uit te komen op de verkeerde conclusie.
Si le monde n'était pas dans l'état où il est maintenant, je pourrais faire confiance à n'importe qui.
Als de wereld niet was zoals ze is, zou ik iedereen kunnen vertrouwen.