Vertaling van contact

Inhoud:

Frans
Nederlands
contact [m] (le ~) {zn.}
contact  [o]
voeling [v]
aanraking  [v]
J'espère que nous pourrons rester en contact.
Ik hoop dat we in contact zullen kunnen blijven.
J'essaie de rentrer en contact avec sa sœur.
Ik probeer contact te krijgen met haar zus.
interlocuteur [m] (l' ~), contact [m] (le ~) {zn.}
contactpersoon [m]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'espère que nous pourrons rester en contact.

Ik hoop dat we in contact zullen kunnen blijven.

J'essaie de rentrer en contact avec sa sœur.

Ik probeer contact te krijgen met haar zus.

Est-ce que tu as trouvé tes lentilles de contact ?

Hebt ge uw contactlenzen gevonden?

Prenez contact avec elle si vous avez la moindre question.

Neem contact op met haar als u vragen hebt.


Gerelateerd aan contact

synoniemen

interlocuteur