Vertaling van curé

Inhoud:

Frans
Nederlands
curé [m] (le ~), prêtre [m] (le ~), abbé [m] (l' ~) {zn.}
priester 
zielverzorger [m]
zielszorger [m]
pastor [m]
pastoor  [m]
geestelijke  [m]
Tom est un prêtre.
Tom is een priester.
J'abandonne. Qu'ont en commun un prêtre irlandais et un sorcier africain ?
Ik geef het op. Wat hebben een Ierse priester en een Congoleese medicijnman gemeen?
curé [m] (le ~) {zn.}
pastoor  [m]


Gerelateerd aan curé

prêtre - abbé