Vertaling van de

Inhoud:

Frans
Nederlands
de {vz.}

aan 
de, en {vz.}
aan 
jegens 
met 
om
op 
te 
tot 
voor 
in 
de {vz.}
aan 
sedert 
sinds 
van 
vanaf 
door 
met ingang van
de, hors de {vz.}
uit 
van 
op 
au sujet de, de, en {vz.}
aan 
aangaande
betreffende 
met 
over 
van 
in 
à cause de, de {vz.}
door 
uit 
vanwege
voor 
wegens
met 
om


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Elle n'a pas de permis de conduire.

Ze heeft geen rijbewijs.

C'est important de lire beaucoup de livres.

Het is belangrijk om veel boeken te lezen.

J'ai arrêté de fumer et de boire.

Ik ben gestopt met roken en drinken.

Tom n'a pas de carte de crédit.

Tom heeft geen creditcard.

Nous disposons de beaucoup de temps.

We hebben veel tijd.

Il vient de rentrer de l'étranger.

Hij is net vanuit het buitenland terug.

Il s'agit de phrases. Non de mots.

Het gaat allemaal om zinnen. Niet woorden.

Je viens de rentrer de l'école.

Ik ben net terug uit school.

J'arrêtai de fumer et de boire.

Ik ben gestopt met roken en drinken.

J'ai besoin de plus de temps.

Ik heb meer tijd nodig.

Elle tente de prouver l'existence de fantômes.

Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.

Ça coûte de l'argent d'emprunter de l'argent !

Geld lenen kost geld!

Je viens juste de finir de déjeuner.

Ik heb zojuist geluncht.

Je viens de finir de manger.

Ik ben net klaar met eten.

Il vient de partir.

Hij is net gegaan.


Gerelateerd aan de

en - hors de - au sujet de - à cause de