Vertaling van dehors

Inhoud:

Frans
Nederlands
dehors {bw.}
buiten 
daarbuiten
uiterlijk


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Ce soir, mangeons dehors.

Laten we uit eten gaan vanavond.

Il se fait sombre dehors.

Het wordt donker buiten.

C'est en dehors de mon domaine d'étude.

Dat is buiten mijn studiegebied.

Il a l'air de faire bon dehors.

Het lijkt buiten warm te zijn.

Il est dehors en train de se promener.

Hij is buiten aan het wandelen.

Il y a encore de la lumière, dehors.

Het is nog klaar buiten.

Jouez dehors au lieu de regarder la télévision.

Speel buiten in plaats van televisie te kijken.

De nos jours les enfants ne jouent pas dehors.

Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten.

Y a-t-il d'autres univers en dehors du nôtre ?

Bestaan er andere universa buiten het onze?

Il fait noir comme dans un four, dehors.

Het is buiten pikzwart.

Je vais dehors pour jouer. Viens-tu avec moi ?

Ik ga buiten spelen. Ga je mee?

Il fait seulement 10 degrés dehors et il marche à l'extérieur avec un T-shirt. J'ai froid juste à le regarder.

Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.