Vertaling van dépouiller
						Inhoud:
						
Frans
Nederlands
dépouiller {ww.}
ontbloten
dépouiller {ww.}
stropen
villen
ontvellen
villen
ontvellen
Peux-tu m'apprendre à voler ?
									Kunt ge mij het stelen aanleren?
								  Je l'ai surpris en train de voler de l'argent.
									Ik betrapte hem op het stelen van geld.