Vertaling van erreur

Inhoud:

Frans
Nederlands
erreur [v] (l' ~) {zn.}
fout  [v]
vergissing  [v]
dwaling [v]
abuis  [o]
J'ai commis une erreur.
Ik heb een fout gemaakt.
J'ai dû commettre une erreur.
Ik zal wel een fout gemaakt hebben.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'ai commis une erreur.

Ik heb een fout gemaakt.

J'ai dû commettre une erreur.

Ik zal wel een fout gemaakt hebben.

Elle a commis la même erreur qu'avant.

Ze maakte dezelfde fout als voorheen.

Vous avez exactement refait la même erreur.

Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.

Il apparaît qu'il ait eu une erreur.

Het lijkt erop dat er een fout is gemaakt.

L'accident est la conséquence d'une simple erreur.

Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.

Elle a commis à nouveau la même erreur.

Ze maakte weer dezelfde fout.

Il y a une erreur dans cette phrase.

Er zit in foutje in deze zin.

J'ai commis une grosse erreur en choisissant ma femme.

Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.

Un homme innocent a été arrêté par erreur.

Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.

Je vous assure qu'une telle erreur ne se reproduira plus.

Ik verzeker je dat een fout zoals deze nooit meer zal voorkomen.

Je suis désolée d'avoir ouvert votre courrier par erreur.

Het spijt me dat ik je mail per ongeluk opende.

En effet, il semble que ce soit une erreur.

Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.

Je ne comprends pas comment j'ai pu faire une erreur pareille.

Ik kan maar niet verstaan hoe ik zo een fout heb kunnen maken.