Vertaling van espoir

Inhoud:

Frans
Nederlands
espoir [m] (l' ~), espérance [v] (l' ~) {zn.}
hoop
uitzicht
Ces personnes sont désespérées et sans espoir.
Deze mensen zijn wanhopig en verstoken van hoop.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Il est sans espoir.

Hij is een hopeloos geval.

Ces personnes sont désespérées et sans espoir.

Deze mensen zijn wanhopig en verstoken van hoop.


Gerelateerd aan espoir

espérance