Vertaling van gout

Inhoud:

Frans
Nederlands
goût [m] (le ~) {zn.}
smaak
J’aime le goût des pastèques.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
Ce café a un goût amer.
De koffie heeft een bittere smaak.


Gerelateerd aan gout

goût