Vertaling van gronder

Inhoud:

Frans
Nederlands
gronder, mugir {ww.}
loeien 
bulderen
daveren
brullen
gronder, sermonner {ww.}
een standje geven
uitkafferen
berispen 
gronder, menacer {ww.}
bedreigen 
dreigen 
gronder, reprendre, reprocher, réprimander, sermonner {ww.}
verwijten
berispen 
terechtwijzen
beknorren 
exhorter, engager, inviter à, sommer de, réprimander, gronder, faire des remontrances à, admonester, reprendre {ww.}
aanmanen 
aansporen 
manen