Vertaling van hôpital

Inhoud:

Frans
Nederlands
hôpital [m] (le ~) {zn.}
ziekenhuis  [o]
hospitaal [m]
gasthuis [o]
Je travaille dans un hôpital.
Ik werk in een ziekenhuis.
Je n'aimerais pas travailler dans un hôpital.
Ik zou niet graag in een ziekenhuis werken.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Je travaille dans un hôpital.

Ik werk in een ziekenhuis.

Je n'aimerais pas travailler dans un hôpital.

Ik zou niet graag in een ziekenhuis werken.

Je n'aimerais pas travailler dans un hôpital.

Ik zou niet in een ziekenhuis willen werken.