Vertaling van montrer

Inhoud:

Frans
Nederlands
désigner, indiquer, montrer {ww.}
tonen
laten zien
uitwijzen
wijzen 
vertonen
tentoonspreiden
Voulez-vous me montrer votre passeport, s'il vous plait ?
Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?
Regarde bien. Je vais te montrer comment on fait.
Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Je voulais te la montrer.

Ik wou het je tonen.

Tom veux te montrer quelque-chose.

Tom wil je iets tonen.

Je veux vous montrer quelque chose.

Ik wil je iets tonen.

Je peux te montrer

Dat kan ik je aanwijzen!

Regarde bien. Je vais te montrer comment on fait.

Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.

Voulez-vous me montrer votre passeport, s'il vous plait ?

Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?

Pouvez-vous me montrer le chemin pour l'arrêt de bus ?

Kun je me de weg naar de bushalte tonen?

Parfois je ne peux pas m'empêcher de montrer des émotions.

Soms kan ik mijn emoties niet bedwingen.


Gerelateerd aan montrer

désigner - indiquer