Vertaling van musique

Inhoud:

Frans
Nederlands
musique [v] (la ~) {zn.}
muziek [v]
J'écoute de la musique.
Ik luister naar muziek.
La musique vous plaît ?
Hou je van muziek?


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'écoute de la musique.

Ik luister naar muziek.

J'aime la musique classique.

Ik hou van klassieke muziek.

La musique vous plaît ?

Hou je van muziek?

Aimes-tu la musique ?

Hou je van muziek?

J'aime la musique, en particulier la musique classique.

Ik hou van muziek, in het bijzonder van klassieke muziek.

À propos de musique, quel genre de musique aimez-vous ?

Wat muziek betreft, welke soort muziek hoor jij graag?

J'aime écouter de la musique.

Ik luister graag naar muziek.

Je n'aime pas la musique.

Ik hou niet van muziek.

Elle aime énormément la musique.

Ze houdt erg van muziek.

J'aime écouter la musique classique.

Ik luister graag naar klassieke muziek.

Il écoutait de la musique.

Hij was naar muziek aan het luisteren.

« Elle aime la musique. » « Moi aussi. »

"Zij houdt van muziek." "Ik ook."

Ma musique favorite est la pop.

Mijn favoriete muziek is popmuziek.

La musique constitue le langage universel.

Muziek is de universele taal.

Je ne comprends pas la musique.

Ik versta muziek niet.