Vertaling van on

Inhoud:

Frans
Nederlands
on {onb. vnw.}
men
we
je
ze


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

On m'a laissé derrière.

Men heeft me achtergelaten.

Aujourd'hui, on est lundi.

Vandaag is het maandag.

On m'a saqué.

Ik werd ontslagen.

On se calme !

Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkel.

On l'a échappée belle.

Dat scheelde maar een haartje!

On le connaît.

We kennen hem.

Où va-t-on ?

Naar waar gaan we?

On se demande pourquoi.

We vragen ons af waarom.

On vous a menti.

Ze hebben tegen je gelogen.

On le dit très riche.

Het wordt gezegd dat hij heel rijk is.

En Australie, on parle l'anglais.

In Australië spreekt men Engels.

On n'est jeune qu'une fois.

We zijn maar eenmaal jong.

On te réclame au téléphone.

Er is telefoon voor je.

Et maintenant, que fait-on ?

En wat doen we nou?

On m'a volé mon passeport.

Iemand heeft mijn paspoort gestolen.