Vertaling van porter

Inhoud:

Frans
Nederlands
porter {bw.}
aankomen 
porter {ww.}
dragen 
voorhebben
voeren 
brengen 
Je ne peux porter seule cette valise.
Ik kan deze koffer niet zelf dragen.
Nous sommes habituées à porter des chaussures.
We zijn het gewend om schoenen te dragen.
avoir, porter {ww.}
dragen 
voorhebben
ophebben
aanhebben
Dois-je porter une cravate au travail ?
Moet ik een stropdas naar het werk dragen?


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Nous sommes habituées à porter des chaussures.

We zijn het gewend om schoenen te dragen.

Dois-je porter une cravate au travail ?

Moet ik een stropdas naar het werk dragen?

Je ne peux porter seule cette valise.

Ik kan deze koffer niet zelf dragen.

Tu devrais peut-être porter un masque.

Misschien moet jij dan een mondkapje opzetten.


Gerelateerd aan porter

avoir