Vertaling van propriétaire

Inhoud:

Frans
Nederlands
propriétaire {zn.}
huiseigenaar
huisbaas 
propriétaire [m] (le ~), loueur [m] (le ~) {zn.}
huurbaas
verhuurder


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Il est propriétaire de quatre grandes fermes à Sao Paulo.

Hij is de eigenaar van vier heel grote boerderijen in het binnenland van Sao Paulo.

Vous n'êtes pas le propriétaire de ces données de sauvegarde. Vous ne pourrez pas sauvegarder votre progression. Les trophées vont être désactivés.

Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.

"-Aimeriez-vous acheter un complet ?" demanda le propriétaire du magasin à Dima alors que ce dernier, en franchissant la porte, amenait avec lui les odeurs de la nuit précédente.

"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.


Gerelateerd aan propriétaire

loueur