Vertaling van prévoir

Inhoud:

Frans
Nederlands
prévoir {ww.}
voorzien
verwachten 
vooruitzien
bedacht zijn op
conjecturer, prévoir, se douter de {ww.}
vermoeden
gissen 
prédire, prévoir {ww.}
voorspellen


Gerelateerd aan prévoir

conjecturer - se douter de - prédire