Vertaling van souhait

Inhoud:

Frans
Nederlands
souhait [m] (le ~) {zn.}
zegewens
heilwens
souhait [m] (le ~) {zn.}
sollicitatie [v]
aspiratie  [v]
désir [m] (le ~), souhait [m] (le ~) {zn.}
wens
zin  [m]
verlangen
lust
zucht [v]
begeerte  [v]
"Quel est ton souhait ?" demanda le petit lapin blanc.
"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

"Quel est ton souhait ?" demanda le petit lapin blanc.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.

Il est devenu chanteur contre le souhait de ses parents.

Hij werd zanger tegen de wil in van zijn ouders.


Gerelateerd aan souhait

désir