Vertaling van ton

Inhoud:

Frans
Nederlands
ton [m] (le ~) {zn.}
toonsoort
toonaard
ton [m] (le ~) {zn.}
toon
intonatie [v]
Montre-moi un fait qui appuie ton idée.
Toon mij een feit dat uw idee ondersteunt.
accord [m] (l' ~), atmosphère [v] (l' ~), réglage [m] (le ~), état d'âme, disposition [v] (la ~), ton [m] (le ~) {zn.}
samenklank
overeenstemming  [v]
ta, ton {pers. vnw.}
je
jouw 
jouwe
ta, tien, ton, votre {bez. vnw.}
uw
je
jouw 
jullie
jouwe
uwe
timbre [m] (le ~), ton [m] (le ~) {zn.}
toonkleur
timbre


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

C'est ton devoir d'étudier.

Het is je plicht om te studeren.

Merci pour ton explication.

Bedankt voor de uitleg.

Ton visage est pâle.

Je gezicht is bleek.

Mets ton chapeau.

Doe je muts op.

Ton temps est passé.

Je tijd is om.

Ferme ton livre.

Doe je boek dicht.

Comment va ton père ?

Hoe gaat het met je vader?

Je relève ton défi.

Ik accepteer uw uitdaging.

C'est ton unique occasion.

Het is je enige kans.

Quel est ton nom ?

Wat is je naam?

Merci pour ton explication.

Bedankt voor de uitleg.

Qui est ton institutrice ?

Wie is jouw leraar?

Je connais ton père.

Ik ken je vader.

J’ai rencontré ton ami.

Ik heb uw vriend ontmoet.

Comment était ton weekend ?

Hoe was je weekend?


Gerelateerd aan ton

synoniemen

accord - atmosphère - réglage - état d'âme - disposition - ta - tien - votre - timbre