Vertaling van toujours
Voorbeelden in zinsverband
Il est toujours ponctuel.
Hij is altijd op tijd.
Nous serons toujours amis.
We zullen altijd vrienden zijn.
Pourquoi toujours moi ?
Waarom ik altijd?
Elle me croit toujours.
Ze gelooft mij altijd.
Je tiens toujours parole.
Ik hou altijd mijn woord.
Il est toujours heureux.
Hij is altijd gelukkig.
Mauvaise herbe croît toujours.
Onkruid vergaat niet.
Je vous aime toujours.
Ik hou nog steeds van je.
Papa l'encourage toujours.
Papa moedigt hem altijd aan.
J'ai toujours faim.
Ik heb altijd honger.
Allô ? T'es toujours là ?
Hallo? Bent u er nog?
Tom est toujours à l'hôpital.
Tom is nog in het ziekenhuis.
Collectionnes-tu toujours les timbres ?
Verzamel je nog steeds postzegels?
Il m'impose toujours son opinion.
Hij dringt altijd zijn mening aan mij op.
Tu es toujours en retard.
Je bent altijd te laat.