Vertaling van travail

Inhoud:

Frans
Nederlands
travail
arbeid


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Beau travail !

Mooi gedaan!

Poursuivez votre travail.

Ga door met werken!

Mon travail est fini.

Mijn werk is gedaan.

Je cherche du travail.

Ik ben een baan aan het zoeken.

J'ai déjà effectué mon travail.

Ik ben al klaar met mijn werk.

Ma sœur a un travail.

Mijn zus heeft een baan.

Elle a poursuivi le travail.

Ze ging verder met het werk.

Nous commencerons le travail bientôt.

We beginnen dadelijk met het werk.

Le travail est pratiquement fait.

De taak is zo goed als afgewerkt.

Je me rends au travail en vélo.

Ik ga met de fiets naar het werk.

Tu aurais dû l'aider dans son travail.

Je had hem met zijn werk moeten helpen.

Le travail doit être fini pour demain.

Morgen moet het werk af zijn.

Il finira le travail pour demain.

Hij zal morgen klaar zijn met de klus.

Je pensais justement à un nouveau travail.

Ik dacht net aan een nieuwe baan.

J'ai beaucoup de travail à faire demain.

Ik moet morgen een hoop werk doen.