Vertaling van utiliser
aanwenden
benutten
bezigen
hanteren
toepassen
utiliseren
Voorbeelden in zinsverband
Sais-tu utiliser un dictionnaire ?
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Puis-je utiliser ton dictionnaire ?
Mag ik je woordenboek even?
Puis-je utiliser ton téléphone ?
Mag ik je telefoon gebruiken?
Puis-je utiliser ton téléphone ?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Puis-je utiliser vos toilettes ?
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
Puis-je utiliser ce crayon ?
Mag ik dit potlood gebruiken?
Puis-je utiliser ce vélo ?
Mag ik deze fiets gebruiken?
Puis-je utiliser ton crayon ?
Mag ik jouw potlood gebruiken?
Puis-je utiliser vos toilettes ?
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
Puis-je utiliser tes toilettes ?
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
Voulez-vous utiliser la mienne ?
Wil je de mijne gebruiken?
Ne pas utiliser l'ascenseur en cas d'incendie.
Gebruik niet de lift in geval van brand.
Je n'ai aucune idée de comment utiliser ce truc.
Ik heb geen idee hoe je dit ding moet gebruiken.
L'Homme est le seul animal à utiliser le feu.
De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.
C'est seulement en philosophie qu'on peut utiliser un argument circulaire et en être félicité.
Alleen in de filosofie kun je een cirkelredenering gebruiken en daarom geprezen worden.