Vertaling van viande

Inhoud:

Frans
Nederlands
viande [v] (la ~) {zn.}
vlees  [o]
Cette viande est cachère.
Dit vlees is koosjer.
Cette viande, c'est du poulet.
Dit vlees is kippenvlees.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Cette viande est cachère.

Dit vlees is koosjer.

Cette viande, c'est du poulet.

Dit vlees is kippenvlees.

Je préfère le poisson à la viande.

Ik heb liever vis dan vlees.

Je préfère la viande au poisson.

Ik heb liever vlees dan vis.

Les Étatsuniens mangent beaucoup de viande.

Amerikanen eten veel vlees.

Il coupa la viande avec un couteau.

Hij sneed het vlees met een mes.

Je ne veux pas de viande.

Ik wil geen vlees.

Je ne mange pas la viande.

Ik eet geen vlees.

Ils mangent de la viande une fois par semaine.

Ze eten een keer per week vlees.

Est-ce que cette nourriture contient de la viande ?

Zit er vlees in dit eten?