Vertaling van a

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
a, su, accanto a, al {vz.}
aan 
bij 
ten huize van
a {vz.}
aan 
bij 
naar 
tegen 
tot 
voor 
op 
a, dentro {vz.}
in 
binnen 
per
te 
op 


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

A domani.

Tot morgen.

A presto!

Tot ziens!

Riesco a sentirla a malapena.

Ik kan u nauwelijks horen.

A me piace giocare a baseball.

Ik houd ervan honkbal te spelen.

A che ora andate a letto solitamente?

Hoe laat gaat ge gewoonlijk gaan slapen?

A noi piace giocare a calcio.

Wij houden van voetbal spelen.

Io vado a scuola a piedi.

Ik ga te voet naar school.

Sono dovuto andare a casa a piedi.

Ik moest te voet naar huis gaan.

Non riesco a pensare a nulla.

Ik kan niks bedenken.

A Mike piace giocare a pallacanestro.

Mike speelt graag basketbal.

Riuscite a spedirlo a New York?

Kan je het naar New York versturen?

Voglio andare a Londra.

Ik wil naar Londen gaan.

Vengo a trovarti domani.

Ik zal je morgen bezoeken.

Piace a tutti.

Hij is door iedereen graag gezien.

David è a casa.

David is thuis.


Gerelateerd aan a

su - accanto a - al - dentro