Vertaling van affitto

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
affitto, locazione {zn.}
huurovereenkomst
cedel
huurcontract
ceel
affittare, noleggiare {ww.}
verhuren

io affitto

ik verhuur
» meer vervoegingen van verhuren

prendere in affitto, affittare {ww.}
huren 
afhuren
charteren

io affitto

ik huur
» meer vervoegingen van huren



Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Camera in affitto.

Kamer te huur.

Prendemmo in affitto l'appartamento.

We huurden het appartement.


Gerelateerd aan affitto

locazione - affittare - noleggiare - prendere in affitto