Vertaling van banca

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
banca {zn.}
bank  [v]
Dov'è la banca?
Waar is de bank?
È aperta la banca?
Is de bank open?


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Dov'è la banca?

Waar is de bank?

Lavoro in una banca.

Ik werk bij een bank.

È aperta la banca?

Is de bank open?

Dov'è la banca?

Waar is de bank?

Lui lavora in una banca.

Hij werkt bij een bank.

Lui lavora in una banca.

Hij werkt bij een bank.

Lui lavora in una banca.

Hij werkt bij een bank.

Le vidi entrare in banca.

Ik heb hen de bank zien binnengaan.

Lui è pieno di denaro in banca.

Hij heeft meer dan genoeg geld op de bank staan.

C'è una banca vicino alla stazione?

Is er een bank in de buurt van het station?

Mia sorella lavora come segretaria in una banca.

Mijn zus werkt als secretaresse bij een bank.

Questo è un ufficio postale e quella è una banca.

Dit is een postkantoor, en dat een bank.

Io metto in banca diecimila yen ogni mese.

Ik zet elke maand tienduizend yen op de bank.

La polizia sospetta che lui abbia rapinato la banca.

De politie verdenkt hem van bankroof.