Vertaling van bicchiere

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
bicchiere {zn.}
glas  [o]
drinkglas [o]
Svuotò il suo bicchiere.
Hij leegde zijn glas.
Non fare cadere quel bicchiere.
Laat dat glas niet vallen.
calice, bicchiere [m], boccale {zn.}
drinkbeker [m]
bokaal [m]
cup [m]
beker  [m]


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Vorrei un bicchiere d'acqua.

Ik wil graag een glaasje water.

Svuotò il suo bicchiere.

Hij leegde zijn glas.

Un bicchiere d'acqua, per piacere.

Mag ik alstublieft een glas water?

Non fare cadere quel bicchiere.

Laat dat glas niet vallen.

Ha riempito il bicchiere con del vino.

Hij vulde het glas met wijn.

Il bicchiere è pieno di latte.

Het glas is vol melk.


Gerelateerd aan bicchiere

calice - boccale