Vertaling van computer

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
computer {zn.}
computer  [m]
Io ho un computer.
Ik heb een computer.
Io non riesco a riparare il computer.
Ik kan de computer niet repareren.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Io ho un computer.

Ik heb een computer.

Questo è il mio computer.

Hierdie is my rekenaar.

I personal computer sono molto utili.

Persoonlijke computers zijn heel nuttig.

È un vantaggio saper usare un computer.

Het is een voordeel een computer de kunnen gebruiken.

Io non riesco a riparare il computer.

Ik kan de computer niet repareren.

Solo lei può usare il computer.

Alleen zij kan de computer gebruiken.

Il computer è spesso paragonato al cervello umano.

Computers worden vaak vergeleken met het menselijk brein.

Argh! Il mio computer si è bloccato di nuovo.

Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!