Vertaling van fuoco

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
fuoco {zn.}
vuur  [o]
Uccidetela col fuoco!
Dood het met vuur!
Non c'è fumo senza fuoco.
Waar rook is, is vuur.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Uccidetela col fuoco!

Dood het met vuur!

Non c'è fumo senza fuoco.

Waar rook is, is vuur.

Non dimenticare di spegnere il fuoco.

Vergeet niet het vuur uit te doen.

Siccome faceva freddo abbiamo acceso un fuoco.

Omdat het koud was, hebben we een vuur gemaakt.

Lui ha dato fuoco alla sua stessa casa.

Hij stak zijn eigen huis in de fik.

Un bambino che si è scottato ha paura del fuoco.

Een verbrand kind is bang voor het vuur.