Vertaling van guardare

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
guardare {ww.}
kijken 
toezien
toekijken
schouwen
kijken naar
bekijken 
blikken
L'ho visto guardare verso di me.
Ik zag hem naar mij kijken.
Non ho voglia di guardare la TV.
Ik heb geen zin om tv te kijken.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Voglio guardare il film.

Ik wil de film zien.

A Mary piace guardare la TV.

Maria kijkt graag TV.

Un gatto riesce a guardare nel buio.

Katten kunnen in het donker zien.

Vuoi guardare un film francese, vero?

Jullie willen een Franse film zien, nietwaar?

L'ho visto guardare verso di me.

Ik zag hem naar mij kijken.

Non ho voglia di guardare la TV.

Ik heb geen zin om tv te kijken.

A mia madre non piace guardare la TV.

Mijn moeder kijkt niet graag TV.

Dovrei studiare inglese, ma preferirei guardare un film.

Eigenlijk zou ik Engels moeten leren, maar ik kijk liever een film.

A volte ho impiegato del tempo lavorativo per guardare il Super Bowl.

Ik heb soms vrijgenomen van werk om de Super Bowl te kijken.