Vertaling van partire

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
andarsene, partire {ww.}
vertrekken
weggaan 
zich verwijderen
afgaan 
Perché vuoi partire oggi?
Waarom wil je vandaag weggaan?
Quando sarà pronta a partire?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Perché vuoi partire oggi?

Waarom wil je vandaag weggaan?

Sto per partire.

Ik sta op het punt uit te gaan.

Devo radermi prima di partire.

Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.

Quando sarà pronta a partire?

Wanneer ben je klaar om te vertrekken?

La farina è fatta a partire dal grano.

Meel wordt van tarwe gemaakt.

Il pane è creato a partire dal grano.

Brood wordt gemaakt van tarwe.

Quando si comincia ad assomigliare alla foto del proprio passaporto, si dovrebbe partire in vacanza.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.


Gerelateerd aan partire

andarsene