Vertaling van pioggia

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
pioggia {zn.}
regen  [m]
Non ci piace la pioggia.
We houden niet van regen.
Ti piace la pioggia, vero?
Je houdt van regen, nietwaar?


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

C'è stata molta pioggia quest'anno.

Het heeft veel geregend dit jaar.

Ti piace la pioggia, vero?

Je houdt van regen, nietwaar?

Sono uscito malgrado la pioggia.

Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.

Non ci piace la pioggia.

We houden niet van regen.

Vorrei che la pioggia smettesse.

Ik wou dat de regen ophield.

I raccolti hanno bisogno della pioggia.

De gewassen hebben regen nodig.

La pioggia si trasformò in neve.

De regen veranderde in sneeuw.

La pioggia ha appena smesso, quindi partiamo.

Het houdt juist op met regenen, laat ons dus vertrekken.