Vertaling van primo

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
primo {rangtl.}
eerste


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Devo prendere il primo treno.

Ik moet de eerste trein halen.

Questo è il tuo primo viaggio all'estero?

Is dit je eerste reis in het buitenland?

Sono il primo musicista della famiglia.

Ik ben de eerste musicus in mijn familie.

Il primo mese dell'anno è gennaio.

De eerste maand van het jaar is januari.

Gennaio è il primo mese dell'anno.

Januari is de eerste maand van het jaar.

Sono riuscito a vincere il primo premio.

Ik kon de eerste prijs winnen.

Il primo ministro si è dimesso.

De premier is opgestapt.

Le ha dato il suo primo bacio.

Hij gaf haar haar eerste kus.

Scott è stato il primo uomo a raggiungere il polo.

Scott was de eerste mens die de pool bereikte.

Ho gareggiato con lui per il primo premio.

Ik streed met hem om de eerste prijs.

Dubitare di sé stesso è il primo segno dell'intelligenza.

Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.

Il tuo nome è il primo della lista.

Jouw naam staat bovenaan de lijst.