Vertaling van proprio

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
proprio {bn.}
eigen 


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Lui sembra proprio uno scheletro.

Hij lijkt wel een skelet.

Ti amo proprio come sei.

Ik hou van je, zoals je bent.

Non so proprio cosa dire.

Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen...

Quella scuola sembra proprio una prigione.

Die school ziet eruit als een gevangenis.

Non è proprio una sorpresa, no?

Dat is niet echt een verrassing toch?

Guardai la moglie uccidere il proprio figlio.

Ik heb de echtgenote gezien toen ze haar eigen zoon vermoordde.

La primavera è proprio dietro l'angolo.

Het is bijna lente.

Assomigli proprio a tuo fratello maggiore.

Je ziet er uit als je oudere broer.

La mia auto è una Ford, proprio come la tua.

Mijn auto is een Ford, net als de uwe.

Quando si comincia ad assomigliare alla foto del proprio passaporto, si dovrebbe partire in vacanza.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.