Vertaling van prossimo

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
prossimo {bn.}
aanstaand 
eerstvolgend
komend
prossimo, seguente
volgende


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Chi è il prossimo candidato?

Wie is de volgende kandidaat?

Il mese prossimo andrò a Parigi.

Volgende maand ga ik naar Parijs.

Noi faremo una festa sabato prossimo.

We hebben een feest volgende zaterdag.

Lei andrà negli Stati Uniti l'anno prossimo?

Gaat ze volgend jaar naar de Verenigde Staten?

Andrà a New York il prossimo mese.

Hij zal volgende maand naar New York gaan.

Il mese prossimo andrò in vacanza.

Ik neem vakantie volgende maand.

Il principe Carlo sarà il prossimo re d'Inghilterra.

Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.


Gerelateerd aan prossimo

seguente