Vertaling van sabato

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
sabato {zn.}
zaterdag 
sabbat
È sabato.
Het is zaterdag.
Oggi è sabato.
Vandaag is het zaterdag.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

È sabato.

Het is zaterdag.

Oggi è sabato.

Vandaag is het zaterdag.

È sabato oggi.

Vandaag is het zaterdag.

Devo restituire il libro prima di sabato.

Ik moet de boeken voor zaterdag terugbrengen.

Noi faremo una festa sabato prossimo.

We hebben een feest volgende zaterdag.