Vertaling van spesso

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
grosso, spesso {bn.}
dik
lijvig
frequentemente, sovente, spesso {bw.}
dikwijls
gedurig
menigmaal
vaak
veel 
veelal 
veeltijds


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Viaggio spesso.

Ik reis vaak.

Si innamora spesso.

Hij wordt vaak verliefd.

Noi pranziamo spesso assieme.

We lunchen vaak samen.

Vi sentiamo spesso cantare.

We horen je vaak zingen.

Sono spesso in difficoltà.

Ik zit dikwijls in de problemen.

Giochiamo spesso a scacchi.

Wij spelen dikwijls schaak.

Voi venite qui spesso?

Kom je hier vaak?

Ho spesso degli incubi.

Ik heb vaak nachtmerries.

Gli italiani bevono spesso caffè.

Italianen drinken vaak koffie.

Associamo spesso il nero con la morte.

We associëren zwart vaak met de dood.

Io studio spesso ascoltando della musica.

Vaak leer ik terwijl ik naar muziek luister.

Mi ricordo spesso della mia infanzia felice.

Ik herinner me vaak aan mijn gelukkige jeugd.

Guardo spesso la TV prima di cena.

Ik kijk vaak TV voor het avondeten.

Spesso guida l'auto di suo padre.

Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.

Gioco spesso a calcio dopo lezione.

Ik speel dikwijls voetbal na de les.


Gerelateerd aan spesso

grosso - frequentemente - sovente